Laten we beginnen

Om Cyric te kunnen gebruiken heb je nodig:

• Een Cyric Server

• Een voorgeconfigureerde switch (compatibel met de Cyric-server)

• Ten minste één Cyric Client USB

• Een UTP netwerkkabel

• Een personal computer (PC) met ten minste één USB- en/of USB-C-poort beschikbaar

Je krijgt een opstartmenu te zien waarin elke optie zijn eigen gebruiksscenario heeft. Meestal selecteren we de eerste optie genaamd: Start Cyric. Dit is de standaardoptie. Er zijn een aantal apparaten die niet goed kunnen opstarten naar de gebruikersinterface van Cyric. Dit kan worden veroorzaakt door incompatibiliteit van de hardware en het Linux-subsysteem.

Start Cyric

De standaard opstartoptie.

Troubleshooting (Only use when instructed)
Het wordt aangeraden geen van deze opties voor probleemoplossing te gebruiken, tenzij we je dit expliciet vertellen.

Cyric - EFI  with debug
Zal zichtbare logboekregistratie op het scherm inschakelen om fouten en/of uitzonderingen op te lossen.

Cyric - nomodeset
Het gebruik van deze optie zal de Linux-kernel vertellen om geen videostuurprogramma's te laden.

Cyric - nomodeset and force VESA
Doet precies wat "nomodeset" doet en dwingt het gebruik van de VESA-driver af. Dit zal de meeste VESA-compatibele videokaarten aansturen, maar maakt alleen gebruik van de standaard VESA-kern die deze kaarten gemeen hebben. De driver ondersteunt dieptes 8, 15 16 en 24.

Cyric - ACPI Windows compatible
Deze optie minimaliseert het gebruik van ACPI (Advanced Configuration and Power Interface) tot een niveau dat het nog steeds compatibel is met Windows.

Cyric - ACPI Disabled
Deze optie schakelt de ACPI (Advanced Configuration and Power Interface) volledig uit.

Cyric Debug - UEFI
Deze optie is bedoeld voor de ontwikkelaars en mag niet worden gebruikt!

Cyric Debug - Emergency Shell
Deze optie is bedoeld voor de ontwikkelaars en mag niet worden gebruikt!

Voordat de gebruiker de gebruikersinterface kan gebruiken, moet Cyric worden geïnitialiseerd en zich gereed maken voor gebruik.

Als je oplet, zie je een reeks van één of meer van de volgende schermen:

1. Wachten op een netwerkverbinding met de Cyric-server.

2. Ophalen van serverspecifieke instellingen die op de client moeten worden toegepast. Dit zijn zaken als de taal of Cyric-client versie die je bijvoorbeeld wilt gebruiken.

3. Controleren op updates (of rollbacks).

4. Controleren of er al een apparaat is aangemaakt.
   
   

Wanneer Cyric volledig is geïnitialiseerd, krijgt de gebruiker een interface te zien waar een apparaat kan worden gemaakt. Hier kun je de eigenaar van het apparaat specificeren, het serienummer wijzigen, naar een specifiek model zoeken en/of een model uit de modellenlijst selecteren.

Model selectie

Volg deze stappen om een model te selecteren:

1. Voer het EAN-nummer (bij voorkeur) of SKU-nummer van een apparaat in het invoerveld voor model zoeken in.
   Het EAN-nummer heeft 13 tekens. Als het 12 heeft, probeer dan een 0 (nul) vooraan toe te voegen. (Bijvoorbeeld: "129945698701" wordt "0129945698701")

2. Cyric zoekt naar alle mogelijke overeenkomsten, wacht tot de zoekopdracht is voltooid.

3. De lijst wordt gevuld met alle resultaten.

4. Selecteer een model uit de lijst.

Bestaat het apparaat al?

Wanneer een apparaat in het verleden al is gemaakt, kan de gebruiker datzelfde apparaat selecteren of zelfs een nieuw maken. Het apparaat wordt herkend door een zogenaamde "vingerafdruk". Deze vingerafdruk is een verzameling van geselecteerde hardwarecomponenten.

Het is erg belangrijk om een bestaand apparaat te gebruiken in plaats van een nieuw apparaat te maken. Dit doe je door op de knop ernaast te klikken: Dit is hem!

Hoera! We zijn aangekomen bij het dashboard van Cyric. De gebruiker kan nu specifieke acties uitvoeren die hij/zij met het apparaat zou willen doen.

Ga terug om dieper in te gaan op de beschikbare modules die Cyric te bieden heeft!